Ambitie
Meierijstad is een bestuurskrachtige gemeente. In de regio stellen we ons op als een gemeente met 100.000+ inwoners. De gemeente werkt informatiegestuurd, hanteert burger- en overheidsparticipatie op maat en kent een dienstverlening dicht bij de inwoner, waarover de inwoners meer dan tevreden zijn. Met participatie geven we inwoners een stem. Daarbij zetten we niet alleen in op de rol van bruggenbouwer tussen voor- en tegenstanders. We vinden het ook belangrijk om juist het stille midden te versterken. In Meierijstad voelt iedereen zich thuis. De gemeente heeft een voorbeeldfunctie. Afspraak is afspraak. Werken aan vertrouwen van inwoners in de overheid en voorkomen of doorbreken van polarisatie in de samenleving, vinden wij belangrijk. Verbindende participatie en een laagdrempelige gemeente past daarbij. De bestuurders en ambtenaren van Meierijstad bieden ruimte aan inwoners, zijn herkenbaar, betrokken, en benaderbaar. De gemeente is een aantrekkelijke werkgever. De ambtelijke organisatie is divers en inclusief. De maatschappelijke opgaven houden niet op bij de gemeentegrens. In samenwerkingsrelaties zijn we een (pro-)actieve partner en soms een trekker. Het bestuur behartigt als ambassadeur en lobbyist de belangen van de gemeente met de professionaliteit van een 100.000+ gemeente. |
---|
Wat willen we bereiken 2023-2026?
Bestuur |
---|
Een strategische visie 2040 op Meierijstad, geïnspireerd door de producten van de Raad van Verbeelding. |
Initiatieven ontstaan op basis van het uitdaagrecht (right to challenge). |
Participatie op maat voor onze inwoners en belanghebbenden, door ze vroegtijdig te betrekken (beginspraak), samen te leren, en te versterken wat er al is. |
Meer bewustzijn over polarisatie en dit bespreekbaar maken in Meierijstad. De burgemeester is daarbij de gemeentelijke ambassadeur in de strijd tegen polarisatie in Meierijstad. |
Een toekomstbestendig bestuurscentrum in Sint-Oedenrode met behoud van een raadzaal. |
Een sterke positie op regionaal, provinciaal en (inter-)nationaal niveau. Het behouden en zo mogelijk uitbreiden van bestuurlijke posities in de regio, de provincie en landelijk past daarbij. |
Dienstverlening |
Een dienstverlening die klantvriendelijk, laagdrempelig, servicegericht en dichtbij is, waarbij we klare taal gebruiken. Waarbij we overbodige regels schrappen en procedures versnellen waar mogelijk. |
Vastgoed |
Een informatie gestuurde exploitatie van ons vastgoed. |
Beleidsindicatoren
In de volgende tabel geven we de verplichte indicatoren weer voor programma 0. In tegenstelling tot de indicatoren bij de overige programma's zijn deze indicatoren gegevens uit de eigen begroting. Een vergelijking met referentiegemeenten is bij het opstellen van de begroting niet te maken.
Indicator | Begroting 2024 | Jaarrekening 2024 | ||
---|---|---|---|---|
Jaar | Meierijstad | Jaar | Meierijstad | |
Formatie, Fte per 1.000 inwoners. | 2024 | 8,3 | 2024 | 8,6 |
Bezetting, Fte per 1.000 inwoners. | 2024 | 6,9 | 2024 | 7,8 |
Apparaatskosten per inwoner in €. | 2024 | 843,9 | 2024 | 708,7 |
Externe inhuur. Kosten als % van totale loonsom | 2024 | 7,1 | 2024 | 31,6 |
Totale kosten externe inhuur (* € 1.000) | 2024 | 4.507,0 | 2024 | 17.001,0 |
Overhead, % van totale lasten. | 2024 | 10,2 | 2024 | 9,3 |
Formatie en bezetting
De formatie is de maximale fte-ruimte. Het verschil tussen formatie en bezetting wordt veroorzaakt door de aanwezige vacatureruimte.
De formatie en bezetting is gestegen ten opzichte van de conceptbegroting; dat komt doordat pas na vaststelling van de begroting de daarin goedgekeurde formatie-uitbreiding wordt toegevoegd. Dit komt in het rekeningcijfer naar voren. Ter vergelijk: uit de benchmark Vensters voor Bedrijfsvoering over 2023 (de meest recente cijfers) komt naar voren dat bij de gemeenten tussen de 50.000 en 100.000 inwoners de formatie 8,4 fte per 1.000 inwoners was, tegen 7,6 fte in onze gemeente.
Apparaatskosten
Apparaatskosten zijn de noodzakelijke financiële middelen voor het inzetten van personeel (salarissen), organisatie-, huisvestings-, materieel-, automatiseringskosten e.d. voor de uitvoering van de organisatorische taken afgezet tegen het aantal inwoners. Apparaatskosten zijn dus alle personele en materiële kosten die verbonden zijn aan het functioneren van de organisatie, exclusief griffie en bestuur.
Externe inhuur
In de tabel staat het totaalbedrag aan inhuur. Op basis van de wettelijk verplichte indicatoren wordt dat afgezet tegen de werkelijk uitgegeven loonsom. In de gemeentelijke praktijk wordt een onderscheid gemaakt tussen inhuur ten laste van het personeelskostenbudget en overige budgetten.
Wanneer we kijken naar alle loongerelateerde kosten en we voegen daar de inhuur ten laste van het budget personeelskosten bij is er, ondanks de stijging van de inhuurkosten, sprake van een overschot van € 593.000.
Externe inhuur ten laste van het budget personeelskosten
De inhuur ten laste van het personeelskostenbudget bedroeg afgerond € 9,1 mln ofwel 17,0% van de loonsom. Hierbij is de inhuur afgezet tegen de feitelijke betaalde loonkosten (€ 53,9 mln).
Op begrotingsbasis wordt alleen inhuur geraamd op een beperkt aantal posten. In de loop van het jaar worden die kosten natuurlijk als inhuur geboekt, maar ook alle inhuur die gedekt wordt ten laste van het budget personeelskosten.
In de begroting wordt de formatie van het totaal personeelsbestand opgenomen. Echter niet de gehele formatie is werkelijk bezet gedurende het jaar, waardoor er binnen de organisatie vacatureruimte aanwezig is. Gedurende het jaar wordt een deel van deze vacatureruimte niet ingevuld, maar gebruikt als dekking om externe medewerkers in te huren. Zodoende is de begrote inhuur altijd een lager bedrag dan dat er in werkelijkheid is betaald. Deze inhuur is ter vervanging van zieken, om pieken op te vangen of om de dienstverlening voortgang te kunnen laten vinden. Het belang van de klant/dienstverlening staat dan voorop. Wij zien deze inhuur de afgelopen jaren flink groeien. Ondanks dat we succesvol zijn met het werven van nieuwe mensen, zijn er een aantal functies die moeilijker in te vullen zijn, soms wordt dan voor het alternatief inhuur gekozen. Omdat er krapte is op de arbeidsmarkt en de inflatie sterk is toegenomen zijn de inhuurtarieven afgelopen jaar flink gestegen. Op de volgende kostenplaatsen is het meeste besteed aan inhuur: Uitvoering Sociaal Domein (€ 2,7 mln), VTH (€ 1,8 mln), Burgerzaken (€ 0,9 mln) en Gebiedsontwikkeling en Planologie (€ 0,7 mln). Dit betreft ateliers met rechtstreekse klantprocessen, waar niet inhuren direct effect heeft op de kwaliteit van de dienstverlening.
.
Wij hebben inmiddels een interne flexpool (Meierijstadpool) ingericht, waarin we mensen zelf gaan opleiden en de interne inzetbaarheid van medewerkers proberen te vergroten en de groei van deze inhuur terug te dringen.
Externe inhuur ten laste van eenmalige budgetten, reguliere budgetten
De inhuur ten laste van eenmalige en reguliere budgetten bedroeg afgerond € 7,9 mln ofwel 14,6% van de loonsom.
Eenmalige budgetten worden jaarlijks bij de begroting beschikbaar gesteld voor allerlei bestuurlijke wensen. Veel van deze werkzaamheden worden op incidentele basis uitgevoerd door externen. U ziet dat getal dan niet in de begroting terug onder geraamde inhuur, maar wel in de jaarrekening.
Ook komen er soms in de loop van het jaar nieuwe taken op de gemeente af die in opdracht van het rijk moeten worden uitgevoerd. De dekking daarvan komt dan van het Rijk, maar bij het opstellen van de begroting (waarmee we nu vergelijken) zijn die bedragen dan nog niet bekend. In 2024 waren dat bijvoorbeeld werkzaamheden voor de crisisnoodopvang (hier was bijvoorbeeld € 2,7 mln aan inhuur mee gemoeid). In geval van tijdelijke budgetten wordt vaak gekozen voor inhuur om eventuele risico’s op WW lasten (de gemeente is eigen risico-drager en betaalt dus ook WW lasten zelf indien die zich voordoen) zo laag mogelijk te houden.
Ter vergelijk: uit Vensters voor Bedrijfsvoering komt naar voren dat onze benchmarkgemeenten tussen de 50.000 en 100.000 inwoners in 2023 een percentage inhuur kenden van 18,8%. Meierijstad zat daar in 2023 met 22,0% boven. In 2022 was dit beeld andersom: het gemiddelde van de benchmark was 19,6%, terwijl Meierijstad op 17,7% zat. Goed om te weten is dat, ondanks het feit dat het inhuurpercentage van Meierijstad hoger was dan het gemiddelde, de inhuurkosten per inwoner met € 104 behoorlijk lager waren dan het benchmarkgemiddelde van € 125.
Omdat we geen zicht hebben op de inspanningen van de benchmarkgemeenten m.b.t. de mate waarin zij last hebben van de krappe arbeidsmarkt en crisisnoodopvang, is in deze jaarrekening een reële vergelijking voor het jaar 2024 moeilijk te maken. We kunnen alleen melden dat een fors deel van de groei van de inhuur door deze factoren wordt veroorzaakt. De benchmarkcijfers over 2024 zijn nog niet bekend, anders waren die uiteraard als vergelijkingsbasis genomen.
Overhead
Het overheadpercentage geeft het percentage weer van de overheadkosten ten opzichte van de totale lasten bij de jaarrekening. Overheadkosten zijn kosten van ondersteunende functies en kosten die niet direct toe te rekenen zijn aan taakvelden. Deze verantwoorden wij centraal op het taakveld overhead binnen dit programma. Het verschil tussen het percentage bij de begroting (10,2%) en jaarrekening (9,3%) zit hem vooral in het feit dat de totale lasten zijn gestegen t.o.v. de lasten in de begroting 2024.
Om ook op dit thema een vergelijking te maken met onze benchmarkgemeenten tussen de 50.000 en 100.000 inwoners, geeft Vensters voor Bedrijfsvoering over het jaar 2023 een gemiddeld overheadpercentage aan van 26,8%, daar waar Meierijstad het lagere percentage kent van 21,2%
(verhouding van aantal fte in de overhead ten opzichte van de formatieve omvang van de hele organisatie). De overheadkosten zijn dus aanzienlijk lager dan bij vergelijkbare gemeenten.