Algemene informatie |
Programma: | 7 Volksgezondheid, milieu en duurzaamheid |
URL: | https://www.odbn.nl |
---|
Verantwoordelijk bestuurder: | C.H.C. (Kees) van Rooij |
Bestuurlijk vervanger: | J.H.M. (Jan) Goijaarts |
Veranderingen in het belang van Meierijstad in de verbonden partij: | nee |
Soort verbonden partij: | Gemeenschappelijke regeling |
Bestuurlijk belang |
Vertegenwoordigd in Algemeen Bestuur en tevens voorzitter van Dagelijks Bestuur en Algemeen Bestuur. |
Openbaar belang |
De omgevingsdienst voert ten behoeve van de deelnemende gemeenten en provincie taken uit op het gebied van Omgevingsrecht en levert als verlengstuk van het lokaal en provinciaal bestuur een bijdrage aan een schone, leefbare en veilige werk- en leefomgeving van de regio Brabant-Noord. De werkwijze van de omgevingsdienst is gericht op het zoveel mogelijk beperken van de uitvoeringskosten voor overheid en samenleving en het verder optimaliseren van vergunningverlening en toezicht en handhaving. De omgevingsdienst voert ten behoeve van de deelnemende gemeenten en provincie taken uit op het gebied van Omgevingsrecht en levert als verlengstuk van het lokaal en provinciaal bestuur een bijdrage aan een schone, leefbare en veilige werk- en leefomgeving van de regio Brabant-Noord. De werkwijze van de omgevingsdienst is gericht op het zoveel mogelijk beperken van de uitvoeringskosten voor overheid en samenleving en het verder optimaliseren van vergunningverlening en toezicht en handhaving. |
Bijzondere ontwikkelingen en beleidsvoornemens |
Maatschappelijke ontwikkelingen vormen een belangrijk kader in het werk van de ODBN en aan onze leefomgeving. Waar de Omgevingswet inmiddels geimplementeerd is blijven andere ontwikkelingen wel van grote invloed op onze taakuitvoering. Zo zien we nog altijd een stevige belangenstrijd in de leefomgeving. Natuurbelang staat op gespannen voet met bijvoorbeeld het agro-economisch belang. Het is nog wachten op de benodigde centrale beleidsintensiveringen om aan de natuur- en klimaatdoelen te kunnen voldoen, of het nu gaat om de energietransitie, de mest- en stikstofcrisis of de waterkwaliteit. Ondertussen wordt ons werk daardoor ook bepaald door uitspraken van de rechter, waardoor bijvoorbeeld onze vergunningverlening stil kan komen te liggen. |
De belangrijkste risico's |
Iedere organisatie loopt natuurlijk risico’s. De meest in het oog springende ontwikkelingen die tegelijkertijd ook nog tamelijk onzeker zijn betreffen: ➜ We maken al meerdere jaren melding van de steeds krapper wordende arbeidsmarkt. Omgaan met deze krapte verwordt steeds meer business as usual. Desondanks doet de ODBN er alles aan om de bezetting op niveau te brengen en te behouden. Dit vraagt wel steeds meer inspanning van de medewerkers van de ODBN. De werving wordt arbeidsintensiever en leidt ook tot hogere kosten. In hoeverre er een grens is aan het kunnen doorgroeien als omgevingsdienst kan niet worden ingeschat. Het is wel zo dat de ODBN kritisch moet blijven op de essentie van haar taak en voorzichtig moet zijn in het aannemen van de alsmaar toenemende behoefte aan inzet op neventaken. ➜ Het veehouderijbeleid en jurisprudentie zijn volop in beweging. De samenhang met deze ontwikkelingen en de ontwikkelingen rondom stikstof en natuurbescherming is groot. Vanuit de opgave Transitie Veehouderij herijken we regelmatig alle nieuwe ontwikkelingen. Dat maakt dat de duiding en daarmee het effect van de ontwikkelingen in de veehouderij op de ODBN aan verandering onderhevig is. ➜ De ontwikkeling van informatiegestuurd werken en het ontsluiten van data en deze toepassen als informatie voor de VTH-taken is een continu proces van verbeteren van de dienstverlening. Zowel kwalitatief als efficiëntie. De taken die de ODBN uitvoert maakt men meer risicogericht en vereisen een verdergaande digitale ondersteuning van de processen. Dat maakt dat er minder uren in rekening hoeven te worden gebracht bij de deelnemers. De keerzijde op korte termijn is wel dat de investering die gedaan moeten worden in bijvoorbeeld het bouwen van robots e.d. het tarief onder druk zetten. Immers, de bedrijfsvoeringkosten zullen gedekt moeten worden uit de overhead. Minder uren declarabel heeft ook tot gevolg dat de bedrijfsvoeringkosten binnen de overhead over minder uren verdeeld kunnen worden. ➜ Ontwikkeling tarief en CAO Omdat er nog geen nieuwe CAO voor 2025 en 2026 bekend is, gaan we, conform bestaand beleid, uit van de cijfers die het CPB presenteert in de Macro Economische Verkenningen (MEV). De publicatie van september 2024 is de meest recente. Jaarschijf 2025 laat nu een indexering van 4,7% zien, waar de ODBN in de begroting 5,3% hebben opgenomen. Hiermee zal het uitgangspunt voor de begroting 2026 iets lager zijn dan het vastgestelde tarief 2025. Een onderhandelingsakkoord voor 2025 kan een negatief effect hebben op 2025 en dus ook voor de berekeningsgrondslag 2026. Voor 2026 werken we met de loonindexering van 2,6%, waarbij het onduidelijk is of dit percentage voldoende is om de effecten van een nieuwe cao op te vangen. Kanttekening: nieuwe fases in de CAO-onderhandelingen leiden ook tot andere uitkomsten en bandbreedtes. Daar waar we als gemeente Meierijstad aan de “knoppen kunnen draaien” om de kostenverhogingen te beperken zal hiervan gebruik worden gemaakt. |
Financieel belang |
| Realisatie 2023 | Begroot 2024 | Realisatie 2024 |
Bijdrage van gemeente | 2.931.768 | 3.551.847 | 2914460 |
Eigen vermogen per 1-1 | 9.040.000 | 7.936.000 | 9262000 |
Eigen vermogen per 31-12 | 9.262.000 | 7.862.000 | 8903000 |
Vreemd vermogen per 1-1 | 5.352.000 | 5.279.000 | 6683000 |
Vreemd vermogen per 31-12 | 6.683.000 | 5.241.000 | 6506000 |
Resultaat | 992.000 | 35.000 | 959000 |